cover van zuiderzeeballade

Interviews

Sinds Zuiderzeeballade is uitgekomen, heb ik wat interviews mogen geven. Hieronder links naar de drie die op internet terug te vinden zijn, al is een ervan niet helemaal een interview. Verder wat stukjes uit een gesprek dat niet online beschikbaar is.

Familie raakt elkaar nooit meer kwijt Literatuurplein, 17 februari 2011, gesprek met Annemiek Neefjes

De Avonden, Radio 6 Uitzending van 1 april 2011, gesprek met Annemiek Smit (VPRO), ongeveer op een kwart van de uitzending

Een goedkope auto met plastic ramen Tijdschrift Lezen, nummer 1 2011, literaire ontmoeting met mijn collega Jowi Schmitz. Zij heeft net haar eerste kinderboek geschreven, na een aantal boeken voor volwassenen. (pagina 28-29 in het bestand)

Dizzie.nl 23 september 2011, gesprek met Addy de Vroomen

Ten slotte hieronder een aantal gedeelten uit Je zult maar een schrijver in de familie hebben, gesprek met Jeroen Jansen, Boek Magazine, 30 april 2011
(...)
Voorheen schreef Stoffels uitsluitend hoorspelen en boeken voor kinderen van 8 tot 16 jaar. Een aantal titels is voor kinderen onder de 12. De rest is wat grimmiger van toon. Met het prachtige Zuiderzeeballade bewijst Stoffels dat ze ook voor een ouder publiek kan schrijven. De vraag is waarom ze deze stap niet eerder heeft gezet. Ik kón het niet eerder, antwoordt ze. Ik wilde al heel lang een roman voor volwassenen schrijven. Soms begon ik er ook aan, maar hield ik er na een tijdje mee op. 'Dit is prut,' dacht ik dan. Een verhaal uit Zuiderzeeballade heb ik 30 jaar geleden al eens opgeschreven. Alleen was het toen volkomen waardeloos om te lezen. Schrijven is een vak. Dat vak heb ik echt moeten leren. Daar komt bij dat ik beter met kinderen communiceer dan met volwassenen. Misschien dat het schrijven van jeugdboeken me daarom beter ligt. Of lág.

(...)
Net als de meeste andere auteurs praat ook Stoffels niet graag over het autobiografische aspect van haar roman. Dit speelt alleen bij volwassenen, zegt ze. Kinderen zijn hier totaal niet in geïnteresseerd. Ja, heel soms krijg ik op scholen dezelfde vraag. Maar dan blijkt dat ze die vraag van de meester moeten stellen. 'Vraag maar aan je meester waarom dit zo belangrijk is,' zeg ik dan. Ik bedoel: je vraagt toch ook niet aan Rembrandt of hij de Nachtwacht heeft gelopen? Straks denken lezers nog dat álles echt is gebeurd. Niets is minder waar.
Toch zou het Stoffels niet verbazen als er binnen haar eigen familie op zijn minst wat wenkbrauwen worden gefronst. Ik weet dat een roman soms niet in dank wordt afgenomen door de personen die zich erin herkennen. Maar vaak is een karakter zo uitvergroot dat je moeilijk kunt zeggen dat een auteur over die en die persoon schrijft. Voor mijn boek geldt hetzelfde. Natuurlijk is Marina, de zus van Mati, deels een afspiegeling van mijn zussen. En heeft ook Mati's broer iets weg van míjn broers. Maar in al die karakters, inclusief mijn moeder, leg ik ook veel van mezelf. Dan, lachend: Je zal ook maar een schrijver in de familie hebben. Daar ben je mooi klaar mee.